Tag Archives: kiespijn

Pijn is fijn!?

12 okt

Als ik door mijn stadje fiets raken deze drie woorden van een groepje puisterige pubers me meer dan al het andere dat me vandaag in positieve zin raakt.

De morgenzon en de mensen die deze ochtend langzaam op gang komen, bootjes in de grachten, wat is Utrecht prachtig!

De woorden ‘pijn is fijn’ herhalen zich keer op keer in mijn hoofd en raken me diep.

Alweer een week wordt ik elke ochtend wakker met zeurende kiespijn, van die pijn die je voelt als de tandarts een gaatje boort. ‘Story of my life’.

Vreselijk, ja maar bij de tandarts altijd tijdelijk. Behalve bij Tessa. Gaatjes of niet, in de tandartsstoel of niet, de pijn is er. Hij manifesteert zich als bliksemflitsen door mijn hoofd of juist diep zeurend en kriebelend als hordes mieren onder mijn huid.

Omdat het afgelopen jaar zo rustig is qua tandartsbezoeken en de pijn zich redelijk koest houdt, is het nu meer de angst die me van mijn stuk brengt dan de pijn. Oke moe wakker worden is nooit grappig en het gevoel van een tandarts boor op een open zenuw is hel,… maar die angst. Door de redelijk pijnvrije tijd die achter me ligt besef ik des te meer wat ik allemaal heb moeten verstouwen aan pijn in de voorafgaande jaren.

Er komen herinneringen boven van mezelf in tranen op de bank omdat ik moeders voorbij zie wandelen lachend en stralend in de zon terwijl mijn kind noodgedwongen bij de opvang zit omdat haar moeder te veel pijn heeft om de deur uit te gaan, om luiers te verschonen, om te zorgen voor mijn eigen meisje.

Nu pas besef ik wat ik al die tijd heb gedaan, en vraag ik me af hoe? Twee jaar lang op en af, elke ochtend het eerste wat je voelt, nog voordat je uberhaupt kunt denken of je realiseert dat je wakker bent, pijn voelen.

Nooit meer wil ik aan die lyrische Lyrica, spul wat ‘de jeugd van tegenwoordig’ als party drug gebruikt, zomaar omdat het kan voor het lolletje. Nou deze snoepjes vier keer daags je lichaam in werken daar is geen lolletje meer aan. Om over je gemoedstoestand nog maar te zwijgen.

Toch is dat spul mijn ‘achter de handje’, die troep, mijn appeltje voor de dorst, mijn vriendje in barre tijden. Als het ooit weer de spuigaten uitloopt dan hoef ik niet meer een heel traject door en zoektochten af te leggen die voor iemand met een niet- medische achtergrond bijna niet te doen zijn.

Daar ben ik wel een beetje trots op. Ik voelde dat ik het heft in eigen hand moest nemen, de kar moest trekken en de regie moest voeren. Die bewuste zonnige middag op de bank. Het is toch niet normaal dat met een legio aan medische instellingen, voor elk kwaaltje een middel of een dokter, er NIEMAND was die mij kon helpen? Toch waren neuroloog, kno arts, kaakchirurg en vele anderen al de revue gepasseerd. Van een fysio voor mijn kaken, tot MRI scans, tot kaakspoelingen, kruidendokters en kwakzalvers, alles wilde ik doen voor verbetering. De grond zakte dan ook onder mijn voeten vandaan als ik, na weken van lijdzaam wachten, alle hoop weer kon opgeven omdat ik na tien minuten de spreekkamer weer word uitgestuurd. ‘Mevrouw met uw tanden en kiezen is niets mis’. Nee meneer de kaakchirurg dacht ik dan, 5 wortelkanaalbehandelingen verder, onophoudelijke pijn, talloze antibiotica kuren, prednison en met mijn gebit is niets mis?

Dan ben ik er klaar mee en ik heb letterlijk meerdere keren gedacht; ‘dit mag niet de bedoeling zijn van het leven’ Die ellendige tanden en kiezen, ze moeten er allemaal uit. Dan maar zo’n klapperend gebitje in mijn mond en s’nachts op in een glaasje water op mijn nachtkastje. Ik zoek een kliniek die dat onder narcose kan doen en mail ze kort mijn verhaal. De eigenaar van de multidisciplinaire kliniek belt me gelijk op, hij is zo geschrokken van mijn verhaal dat hij vraagt of ik de volgende dag al langs kom. Die dag ga ik door de malle molen. Tanden trekken absoluut een ‘No go!’,  maar nog dezelfde dag worden er 3d scans gemaakt en wordt er hulp beloofd. Een vergroeiing in mijn kaak wordt geconstateerd en er komt een diagnose en advies. Een afspraak met een neuroloog gespecialiseerd in aangezichtspijn volgt, evenals een consult bij de gnatoloog. Ik beland in het UMC bij bijzondere tandheelkunde en eindelijk na twee jaar een kaakchirurg die me niet wegstuurt. Er wordt er een plan van aanpak opgesteld. Of ik ooit pijnvrij zal zijn weet ik niet (70% kans van slagen) maar ik grijp deze ‘kans’ met open armen! Dat ik nu weer meer pijn heb ivm de beugel is redelijk voor de hand liggend (andere belasting en kaakpositie), maar nooit,nooit meer hoop ik in dezelfde bodemloze put te vallen als twee jaar terug.

Bang ben ik wel voor wat komen gaat, voor de pijn die terug komt, die me een ander mens maakt. Verbitterd en harder, moe,  futloos, en wazig. Soms kan ik me ergeren aan mensen met een simpel griepje. Mensen zeik niet zo, wat jij hebt gaat over, je voelt je k*t maar dat is hooguit een week. Zeur niet om iets dat over gaat! Ah gut was je zo druk op je werk meid?, hou je mond en wees blij dat je géén pijn hebt.

Pijn is niet fijn, kan ik je vertellen, het is een regelrechte hel. Dan pas besef je wat een groot goed een pijnvrij bestaan is. Wakker worden, rustig kunnen blijven liggen tot de wekker gaat, plannen maken, energie hebben, wat een heerlijkheid.

Pijn brengt ook positieve inzichten. Je leert keuzes maken. Wat kan ik wel doen en wat niet? Ik leer dat het oké is om iets af te zeggen, gezondheid gaat voor. Toch blijft het moeilijk mijn grenzen te herkennen en mezelf voorop te stellen. Vaak beeld je, je reacties van anderen in of vind je anderen belangrijker als jezelf. Even doorzetten, even lachen als een boer met kiespijn, want dat kun je toch niet maken om niet te gaan? zegt een stemmetje in je hoofd. Om vervolgens s’avonds als een dood vogeltje op de blaren zitten. Toch wordt ik er steeds beter in, wat niet kan, kan niet, punt. De mensen die dicht bij ons staan begrijpen dat en de mensen die het niet begrijpen staan niet dicht genoeg bij ons.

Mijn kleine meiden wil ik alles geven wat ik in me heb, zij mogen niets merken. Mijn acteervermogen groeit dus met de jaren. Op een slechte dag kan ik het soms nét bij benen, ga ik smiddags liggen en lees ik voor het slapen gaan een verhaaltje voor en klets even met grote Nova. Als ze me dan een aai over mijn wang geeft en wil weten waar de baby’s vandaan komen. Geniet ik van haar peuter wijsheden. ‘Waarom hebben baby’s geen lampje als ze in de buik zitten?’.

Ook buitenstaanders merken vaak niets aan me. Ik ben daar erg goed in geworden. Ontkennen en door gaan, niet toegeven. Alles doen op een dag wat ik anders ook zou doen, het kost alleen maar iets meer moeite.

Als ik de deur van Nova haar kamertje dicht trek stort ik in. Als er al energie was vandaag, is die nu weg.

Gelukkig heb ik het laatste jaar meer goede als slechte dagen en daar hou ik me aan vast. Daarbij werken we aan de mogelijke oplossing, even beugelen, mijn kaken breken, weekje of zes aan de babyvoeding en een kind kan de was doen. Ik heb meer leren genieten van de kleine dingen. Ja, ik weet dat dit klinkt als geneuzel van een overbejaarde taart, maar het is waar!

Het maximale uit de dag halen, nu genieten, durven dromen en er iets moois van maken.

Als ik dit verhaal zo terug lees, lijkt het of pijn en Tess onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, alsof de pijn een deel is van mij. Niets is minder waar, dat sta ik niet toe. Ik ben gelukkig, het kan altijd erger en ik ben vast beraden een manier te vinden om hier zo goed mogelijk mee om te gaan. Stap één is accepteren dat ik soms gas terug moet nemen. Pijn is NIET fijn, maar krijgt mij niet klein!.