Archief | PERSOONLIJK: RSS feed for this section

PERSOONLIJK| ZWANGERSCHAP EN BEVALLING | EN ZE LEEFDEN NOG LANG EN GELUKKIG….

6 feb

Liefste Kate, DEEL #3

 

Mijn ogen moeten wennen aan het licht. Twee witte jassen. Serieuze blikken. Ik knipper met mijn ogen, huil en roep. Is ze dood? Hoe ik me voel is niet te omschrijven. Een wrak, lichamelijk en emotioneel. Dat komt nog het meest in de buurt.

“Nee mevrouw….”De arts praat langzaam. “We denken dat uw kind mogelijk een syndroom heeft. Sijbrand trekt wit weg, en ik vraag: ‘Welk syndroom?’.  “Down syndroom, kent u dat”, zegt de arts. Ik kan haar wel door elkaar rammelen, die arts. Ze doet echt of we uit een ei komen.  Kent u dat? Meende ze dat serieus? Dat we er niet op ons best bij zitten mag wel duidelijk zijn. Maar hallo!?….. Net bevallen.  Twee nachten lang geen seconde geslapen. Bont, blauw en gehecht. Ons meisje moeten overleveren aan artsen. What ’s next?

“Er is een verdenking op downsyndroom, herhaalt ze”  Een paar uur oud ben je, en nu al verdenken ze je ergens van. Het woord ‘verdenken’, roept associaties op met verdenking van diefstal of criminele activiteiten. Gut. Een paar uur oud en nu al ben je verdacht.

De stukken daarna mis ik. Vlagen ervan komen af en toe nog voorbij. Sijbrand kan geen woord uitbrengen. Hij is verslagen. Zo heb ik hem in al die jaren nog nooit gezien.

Ik hoor mezelf vragen op basis waarvan er een ‘verdenking’ is. Op basis van slapheid, vertelt de arts me. We moeten drie dagen wachten op de uitslag. Verder herinner ik me niets. Sijbrand wordt boos, en verdrietig, hij breekt, ik breek. Ik wil hem troosten maar kan niet uit bed. Hij komt naast me op bed zitten en we houden elkaar vast. We huilen. Dit kan niet waar zijn.

Dag roze wolk. Hallo boze droom. De rest van de nacht en de dag erna kan ik alleen maar huilen. Mijn ogen zijn zo dik, dat ik ze amper open kan houden. Ze zijn rood en doen zeer. Mijn tranen raken niet op. Na de bevalling heb ik niet geslapen, en was er dubbel slecht nieuws. 48 uur lang  emotionele en lichamelijke topsport…

De dagen daarna begint alles te landen. Onze grootste zorg is jouw herstel.  Jij vecht voor je leven. Soms is er een terugslag. Na 2 dagen ga je stapjes vooruit maken. De antibiotica lijkt aan te slaan, wat wijst in de richting van een infectie. Je ligt aan de CPAP, maar doet het steeds beter.

Je knapt op. Als een donkere wolk komt af en toe het ‘mogelijke down-syndroom’ bij ons boven drijven. Ik wil het niet, maar kijk of ik iets aan je zie wat past bij downsyndroom. En daar wordt ik dan vervolgens weer verdrietig van. Ik wil je niet beoordelen. Wat de uitslag ook mag zijn. Wij redden het.

In de gedachte dat kindjes hun ouders uitzoeken, vinden we rust. We houden van je, je hoort bij ons, en de liefde stroomt elke keer dat we je zien. Down of niet. We vinden onze weg. Jij hoort bij ons. Dat de weg er anders uit gaat zien met de diagnose ‘down’, en dat er medische aspecten bij komen kijken, maakt dat we natuurlijk hopen op goed nieuws.

Een week lang leven we in onzekerheid. We slapen amper. We vieren jouw geboorte. We zijn bezorgd over je gezondheid. We lachen om je schattige haartjes, en lieve neusje. We geven je kusjes. We kijken naar je oogjes. Zien wij iets aan je? Is je pink krom? Staat je teen af? Is je nekplooi dik? Alles wat we zien is een prachtig meisje. Klein en sterk. Niet meer. Niet minder. Ons gevoel diep van binnen schreeuwt dat het niet waar is, maar de onzekerheid is killing.

2015-10-29 16.01.31

Ikzelf negeer dat ik moet herstellen.  Ik zit bij jou, ik kolf, of ik probeer te slapen. Het irriteert me dat ik nog niet mobiel genoeg ben om naar je toe te lopen. De rolstoel moet me brengen. Ik negeer het. Gewoon doorgaan. Ik moet er voor je zijn. Je moet mijn stem horen. Ik wil alles meemaken. Toch krijg ik wat klachten. Ik ben zo ontzettend duizelig dat het bijna eng is om rechtop te zitten.  Weer die flitsen in mijn hoofd. Mijn rug doet zeer, en mijn buik ook.  Als de gynaecoloog langs komt breek ik. Stoppen met huilen lukt niet meer. Ik krijg diclofenac tegen de pijn in mijn rug en buik. Voor de nacht krijg ik temazepam. Dat is mijn overlevingscocktail.

Je zussen worden voorbeid op alle slangetjes en beademing. Wat een intens moment beleven we als ze jou voor het eerst zien. Zo anders dan gepland. Maar zo puur. Wat zijn ze trots. Ze stralen als ze jou zien. Jij hoort bij ons, en wij bij jou. ‘Mama, ik ben zo blij met Kate,.. dat ik van binnen moet lachen’ zegt Nova. Jouw zussen zoeken een knuffel voor je uit in de ziekenhuis- winkel. Deze komt in jouw wiegje.

Het verbaast ons hoe nuchter kinderen zijn. “Vind je de slangetjes eng?” Vragen we aan Nova. “Ik vind het helemaal niet eng, Ik vind Kate alleen maar super mooi” antwoord Nova.

Als we met zijn vijven zijn, vergeten we  alle zorgen even. We bekijken jou door de ogen van jouw zussen, en laten ons mee voeren in hun wereld. We lachen om jouw snorkel, zoals ze de beademing noemen. We tellen vingertjes en teentjes, en genieten in het kwadraat.

2015-10-31 14.19.49

Wat zijn we trots. Je CPAP gaat af, deze maakt plaats voor een flowsnor. We buidelen voorzichtig voor het eerst, en wat ruik je lekker, lieve Kate…Ik wil je nooit meer loslaten.

Jouw huid op mijn huid. Wat is geluk toch simpel. Wat is geluk toch klein. Eerst waren simpele aanrakingen voor jou al te veel, en nu lig je op mijn borst. Wat heb ik dat gemist. Mijn lichaam schreeuwde om jou bij mij.  9 maanden heb ik je bij me gedragen, je werd geboren en toen was daar die opname en onzekerheid.  Slangen, toeters , bellen, medicatie, een sonde, maar nu was daar hét moment. Ons moment.

2015-10-30 15.39.27

Je bent breekbaar, het leven is breekbaar. Wij gaan het redden, ik voel het. De tranen stromen , en wilde dat ik het moment kon bevriezen. Blijf bij ons lieve Kate. We laten je nooit meer gaan.

Op een middag komt de verpleegkundige binnenlopen. Ze hebben mij positief getest op GBS. Dat is een streptokok B. Veel vrouwen dragen dat bij zich. Niet alle pasgeborenen worden er ziek van, maar als ze er ziek van worden is het heel ernstig en kan het zelfs een dodelijke afloop hebben.

Het klinkt gek, maar wij waren blij met de uitslag. Er was eindelijk een reden voor jouw ziek zijn gevonden. Alhoewel de uitslag bij jou niet uit de bloedkweek kwam, was voor ons 1 + 1 = 2.

Korte snelle ademhaling en benauwdheid hoort er bij het ziektebeeld. Geen wonder dat na uren kortademigheid, je slap werd.

De uitslag van de test op down liet uiteindelijk een week op zich wachten. Er gaat iets mis met de test, en ons geduld wordt enorm op de proef gesteld. Als de uitslag er is, en deze goed is, zijn we in alle staten. Als een kind zo blij. We huilen, en gillen het uit van blijdschap. Ons gevoel klopte.

Als ik terug kijk op die heftige start van jouw leven, met ons, dan blijkt maar weer hoe sterk wij zijn.

Ons gezin heeft de afgelopen jaren ondertussen voor hete vuren gestaan. Steeds weer blijken jouw papa en ik een ijzersterk team. We zijn in staat er voor elkaar te zijn, te overleven, en als een geoliede machine zijn we in staat ons overal doorheen te slaan. Bij de pakken neer zitten heeft geen zin. Het gaat er niet om wat je allemaal wel niet overkomt. Het gaat erom hoe je ermee omgaat. Daarin heb je een keuze.

Als ik terugkijk voel ik liefde. Ik voel rijkdom, ik voel kracht, en blijdschap.

Blij zijn wij. Blij dat jij bij ons mag zijn. Blij dat jij, jij bent, en blij dat wij samen wij zijn.

When love meets, magic happens…

 

2015-10-31 15.51.11


 

PERSOONLIJK | ZWANGERSCHAP EN BEVALLING | ALS ALLES ANDERS LOOPT…

24 nov

 

Liefste Kate,

DEEL #2

Zo, dat ‘klusje’ dat bevalling heet hebben we maar mooi geklaard samen. Nog amper te bevatten, maar je bent er. Mooier dan mooi, en liever dan lief.

Aangekomen op de kraamafdeling blijf je maar kreunen, en je ademt nog steeds zo snel.  Al bijna direct na de bevalling heb ik een beklemmend gevoel. Er klopt iets niet. Iemand heeft mij ooit verteld dat kreunen bij baby’s foute boel is. Helaas blijkt mijn gevoel later de harde waarheid te worden.

Ineens weet ik het zeker. Er is iets mis. Het is foute boel. Ik raak in paniek, en druk weer op de bel. Dit maal laten we ons niet meer afschepen. Ik neem me voor net zo vaak op de bel te drukken tot ze je onderzoeken. Alles voor je kind.

Gelukkig, neemt deze verpleegkundige ons direct serieus. Ze temperatuurt. Kleed je uit. Bekijkt je aandachtig, en telt je ademhalingen. Deze blijken inmiddels op 120 per minuut zitten (normaal 60). Ik schrik als ik naar je kijk, en een verlammend gevoel stijgt op. Je armpjes bungelen langs je lijfje. Ik zie het. Papa ziet het, en de verpleegkundige is nu ook zichtbaar ongerust. Ze belt de kinderarts die er met 5 minuten is.

Vanaf dat moment lijkt het of we de hoofdrol spelen in de slechtste film ooit. Overkomt ons dit? Omdat ik mijn bed niet uit kan, gaat papa met je mee naar de afdeling neonatologie. Ik stel mezelf gerust met het idee dat je gewoon even moet bijkomen van de bevalling. Jula had dat immers ook, en was na een nachtje weer helemaal opgeknapt.

Niets blijkt minder waar. Na een kwartier staat Sijbrand naast me. Ik zal zijn witte koppie en verschrikte blik niet snel vergeten. “We moeten je nu snel meenemen,  Tess, het gaat echt heel slecht met Kate. Ze ligt aan de beademing, er staan allemaal mensen om haar bed. Ze krijgt een sonde, en infuusjes. ..”

Hoe kan dat nou? In mijn bed rijden ze me naar de afdeling waar jij ligt; de neonatologie, high care afdeling.  De rit ernaartoe kan ik me niet meer herinneren, alleen dat het verrekte koud is op de gang. Een lange gang, waar het tocht. Langs de kant staan lege wiegjes. De rest van mijn herinnering is vaag.

Ik weet alleen nog het moment dat we bij je bedje aankomen. Je vecht zichtbaar voor je leven. Elke ademhaling zien we je borstkas heel diep intrekken . De dokters zijn heel hard aan het werk om je stabiel te krijgen. Ze knijpen in een neopuff, prikken bloed, en overleggen zachtjes. Toch weerklinkt de paniek.

Mijn tranen zijn niet meer te stoppen. Mijn hoofd bonkt, en er schieten een soort flitsen door mijn hoofd. Alsof mijn lichaam probeert in slaap te vallen, na 48 uur topsport, en deze verschrikkelijke omstandigheden. Ik word duizelig maar probeer met man en macht helder te blijven.

Je moet aan de CPAP, er gaat bloed op kweek, je krijgt antibiotica. Geen voeding daarvoor ben je te zwak. Je gaat aan de CPAP. Een kapje over je neus, met een slang er aan. Het ding maakt herrie. Jij hebt deze ondersteuning bij het ademhalen hard nodig. Jouw zussen noemen het ding later snorkel. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is.

Dan probeerden de blauwe schorten een sonde door je neus in te brengen. Het gaat mis. Je krijgt een ‘dip’ zoals ze dat noemen. 3 minuten lang trek je weg.  Ik roep, of noem het ‘gil’: “Haal dat ding er uit”.

Ik wil je beschermen. De pijn bij je wegnemen. Ik wil je bij mij. Je vasthouden, knuffelen. Aanleggen om je te voeden. Genieten zoals het hoort. Waarom maakt niemand ons wakker uit deze godvergeten nachtmerrie?

Dan komt er iemand van de kraamafdeling om ons op te halen. Ik moet slapen, en Sijbrand ook. Slapen? Waren ze gek geworden. Ons kind is doodziek…

Papa en ik houden elkaar vast. We horen de artsen zeggen dat je het echt heel zwaar hebt. Je moet er niets bij krijgen, dat kan je kleine volmaakte lijfje niet aan.  Aanrakingen zijn al te veel voor je. Morgen of misschien vannacht nog, volgt er overleg met het WKZ. Dit ivm eventuele overplaatsing naar de NICU. Dat is de Intensive Care Unit, en daar kunnen ze kunstmatig beademen.

Ik probeer alle informatie op te slaan, herhaal het in mijn hoofd. Flarden blijven hangen.

Dan word mijn bed bij je weggereden. Ik wil ze stoppen, en gillen, maar stilte is wat er volgt. Mist verschijnt. Ik word koud, boos, en voel me leeg. Denken lukte niet meer. Wat voor moeder ben ik? Slapen terwijl mijn kind kantje boord ligt?. Als ik had kunnen slaan had ik geslagen. Een beetje in het wilde weg gillen, en boos zijn. Mijn ongeloof kwijt raken. Er is alleen maar stilte.

Papa en ik kunnen het niet bevatten. We praten zachtjes en beduusd over hoe dit nou allemaal kan gebeuren. Waar ging het mis? Wat hebben we verkeerd gedaan? We doen het licht uit en proberen toch even te rusten.

En daar liggen we dan. Op onze kraam-kamer. Er staat een leeg wiegje. Er liggen luiertjes, en een aankleedkussen. Papa is er. Mama is er. Alles is er. Alleen jij niet. Tranen blijven rollen en plakken aan mijn wangen. Mijn kussen is nat. Mijn ogen doen zeer.

De roze muisjes plakken nog aan mijn benen. Wat een contrast. Van beschuit met muisjes en vreugde, naar onzekerheid en verdriet.

We willen je nooit meer loslaten, lieve Kate. Jij en ik, en papa en je zussen. Altijd samen. Nu ben jij daar, en wij hier. Bij je zijn, dat is wat we willen. Conecten. Bonden. We kennen je nog maar net, en moeten je nu al loslaten. Overleveren aan anderen.

Ik kijk op de klok. Het is inmiddels 5 uur in de ochtend. Ik probeer gedachten te bannen, mijn hoofd te legen. Ze hebben ons beloofd naar onze kamer te komen, als het niet goed met je gaat. Daar hou ik me aan vast. Ik heb het ze laten beloven. Als het mis is komen ze ons halen..

Dan word er op de deur geklopt. Paniek overvalt me. Voetstappen in onze kamer. Onze ogen moeten wennen aan het licht. Twee serieuze blikken. Witte jassen.  Dit kan maar één ding betekenen. Foute boel…….

—einde deel #2—–

ZWANGERSCHAP EN BEVALLING | THANK GOD IT’S FRIDAY! | 25 WEKEN ZWANGER

31 jul

Begin van het weekend. Tijd voor ontspanning, familytime & friends. Tijd om niets te doen, of alles te doen. Tijd voor zinnenprikkelende Sauvignon Blanc. Een bruissende koude wieckse op het terras. Biefstuk. Of sushi. Of allemaal.

Niet voor deze moederkoek. Of is het moederkloek? Ik heb een sereuze broedfunctie te vervullen. Anyway. Die wijn, bier en sushi laat ik graag voor wat het is. Die mis ik niet. Ook de filet, die ik normaliter heel graag eet, kan me gestolen worden. Easy peasy. Meestal. Op een enkel (uit eten met – voor de rest van het gezelschap- een wijnarrangement) moment na.

Ok ik dwaal af. Vrijdagen. Hij is fijn. Extra fijn voor mij. Op vrijdag ver- week ik. Althans ons lieve kleine baby mensje in mij (a.k.a. Mandarijntje, aldus Jula) wordt een buik-weekje ouder.  Verder mag er natuurlijk vooral nog helemaal niets verweken, in het bijzonder daar ‘down under’ niet. Neeee, laat die baarmoedermond voorlopig maar potdicht.

Crap the shit. Hoe gaat het Tessa?

Fijn dank u. Nee. Euuh, ja. Het is spannend. Heeul spannend. Psychisch, maar helaas ook fysiek word ik op de proef gesteld. Harde buiken. Ik weet weer helemaal hoe ze voelen. Rot dingen zijn het. Een flinke niesbui en daar zijn ze weer. Ik belande uiteindelijk met een potje pies bij de huisarts, die me door stuurde naar het ziekenhuis. De verloskamers.

Ik weigerde offcourse op dat beruchte bed te gaan liggen. Want er valt niets te verlossen. Ik ga niet bevallen. Nog lang niet althans. Urinesedimentje en twee echo’s volgden. Bij de laatste werd de cervix lengte bepaald. Dat is de lengte van je baarmoedermond. Hoe korter, hoe dichter je bij een bevalling zit. Ik begon met 20 weken op 4,7, wat een top score is, en met 23 weken scoorde ik 4,3 cm, wat eveneens mooi is. De meting nu gaf 3,4 en  3,8 aan. Prima score.  Toch ben ik alert. Mijn voelsprieten draaien overuren.

Vorige zwangerschap was kantjeboord, ik zou met 25+5 ieder moment bevallen. Mijn cervixlengte was van 4,5cm met 24 weken, gekrompen, (of zeg je ‘geslonken’)  naar 2,4cm  met 25+5 weken. Alle reden om me icm. de harde buiken direct op te nemen in het WKZ…… Dat was toen, Tess, niet nu, en alle zwangerschappen zijn anders. I know peeps. I Know.

Alhoewel ze me dan ook redelijk hebben kunnen geruststellen, (“Mevrouw neemt u wat rust, de harde buiken kunnen komen door de onrustige blaas, komt u maar direct als ze om de 5 minuten komen, en pijnlijk zijn, we moeten afwachten”), moet ik eerlijk zijn. Ik vind het freaking spannend. Urine staat op kweek, en volgende week weten we meer.

Toch overheerst behalve de spanning toch ook echt, het genieten, en vertrouwen hebben in. Positief blijven aan de ene kant, maar reëel aan de andere kant. Deze weken zijn nou eenmaal van immens groot belang voor ‘ Ms. Mandarijntje’. De kansen van een prematuur op deze termijn zijn 50/50. De kwaliteit van leven is echter heel laag. Wekelijks stijgen nu de kanssen tot 80/90% overlevingskans met 28 weken.

Dus als de gynaecoloog zegt rustig aan doen, dan doen we dat. Been there, done that, alles om opname te voorkomen.

Alhoewel we de controles deze weken met stijgende spanning tegemoet zien, proberen we dus vooral te genieten. Ik omring me met positieve mensen, mensen die me energie geven i.p.v. kosten. Laten we nou net gezegend zijn met heel veel lieve, gezellige, grappige, gekke, en te gekke mensen om ons heen. Cheers to them!

Ondanks deze spannende weken maken we er ondertussen dus gewoon het beste van, prioriteiten stellen, leuke dingen doen, maar vooral de rust bewaken, en dat betekent dus soms ‘Nee’ zeggen.

Ik geniet van de kleine , grote dingen. Mijn kanjers van meiden, en neem uitgebreid de tijd voor moederkloek- activiteiten zoals boekjes lezen, knutselen, cake bakken, of naar de kinderboerderij gaan. Ik zou er zomaar voor in de wieg gelegd kunnen zijn. Love it. Die stofzuiger wacht maar even. Ode aan de kleine dingen in het leven, en alle fijne mensen.  Mijn lieve man die wat vaker de stofzuiger pakt, mijn moeder die ons badkamertje poetst, mijn schoonmoeder die lakentjes voor de baby naait, of die lieve vriendin die er altijd voor me is (ja, jij Roos).  Ik ben, en durf, meer picky te zijn in wie / wat  mijn energie verdient en wie / wat  niet. En weet je wat ? It feels good 🙂

Vrijdag heb ik omgedoopt tot IJSJES – VRIJDAG, om de weken te vieren. Vier je mee?

Happy Friday allemaal! Cheers tot the freekin weekend! (Ik proost mee, met thee en wat (repen) chocolade)

XXX

“Surround yourself by people who make you happy”

“The happiest people don’t have the best of everything, they make the best of everything”

ZWANGERSCHAP EN BEVALLING| ONZEKER

21 jul

‘Laten we voor de zekerheid maar een cervixmeting* doen’, stelt mijn gynaecoloog afgelopen maandag voor. Ze overvalt me er toch wel enigszins mee. Het opmeten van de cervix (baarmoedermond), wordt gedaan middels een inwendige echo. Dus een paar minuten later ga ik met de billen bloot. Letterlijk en figuurlijk, want van de spanning krijg ik spontaan klamme handjes. Die hadden we niet zien aankomen.

*met een cervixmeting kan bepaald worden of sprake is van een verkortte baarmoedermond, en daarmee een verhoogde kans op mogelijke dreigende vroeggeboorte.

Omdat dit specifieke echo apparaat niet meer ‘je van het’  onder de echo apparaten is, is de meting niet of nauwelijks uit te voeren. Heb ik dat? Broek aan. Hop, naar de wachtkamer voor een echo in een ander kamertje. Uitgevoerd door de ‘rolls royce’ onder de echo apparaten, aldus mijn gyn. Bof ik even, met een Rolls Roys tussen mijn benen 😉

Het was allemaal wat lastig te meten en te beoordelen, maar uiteindelijk lukte het een meting te doen die betrouwbaar genoeg was.

4.3mm. Een goede score. Vorige meting zat mijn ‘rapportcijfer’ nog rond de 5, maar ik zit binnen de veilige marge. Met een laagdrempelig bel -advies, een grote ‘maak je vooral geen zorgen’ – glimlach van de gynaecoloog,  en een afspraak voor over drie weken, mag ik gaan. Toedeledokie.

Opgelucht zul je denken. Blij en gerustgesteld. Nee. Niets van alles. Eerst wel, maar later ben ik vooral onzeker. Opeens. Getver. Dat had ik niet besteld. Onzekerheid.

Vandaag ben ik precies 23 weken en 4 dagen zwanger. Vrijdag ben ik 24 weken zwanger. Vrijdag is een belangrijke dag. Wat maken die paar daagjes nou uit zul je denken? Nou, heel veel kan ik je vertellen. Vrijdag zullen artsen bij een eventuele bevalling levensreddend handelen. Bij 24 weken krijg je bij een dreigende vroeggeboorte weeënremming en corticosteroïden.

Niet dat ik er nou vanuit ga dat die nodig zijn, maar stel je voor. Het gevoel van dagen sparen komt weer bij me boven. De machteloosheid, de onzekerheid. Laat ik alsjeblieft die 24 weken alvast binnenslepen.

Vorige zwangerschap was het allemaal ook zo vreselijk onduidelijk. Na goede cervix metingen en aanhoudende vage klachten uiteindelijk toch metingen en testjes die zorgwekkend waren. Opeens paniek. Opname in het WKZ volgde. Weeënremming, corticosteroïden, rondleiding over de NICU, gesprekken met de kinderarts en maatschappelijk werk.  Het leek rustig te worden, naar huis gaan werd bespreekbaar, toen er pats boem diagnose gebroken vliezen (positieve varen test) volgde. Antibiotica, en opeens werd de diagnose ingetrokken obv. een mogelijke vals- positieve varen test. Vaag was het. Een raadsel. Voor de artsen en voor mij. Een wonder (en heel veel petihdine en weeënremming later)  was het dat onze lieve Jula pas bij 39 weken geboren is.

En daar gaan we voor. Niet voor de ziekenhuisopnames, maar voor de 39 weken. Daar heb ik tot nu ook alle vertrouwen in gehad. Nu alleen even iets minder. Noem het de hormonen. Noem het de herinneringen die weer boven komen. Noem het wat lichamelijke klachtjes die volgens mij doodnormaal zijn, maar me nu gewoon even super onzeker maken. Noem het piekeren. Noem het zeuren. Noem het logisch na de geschiedenis. Noem het wat je wilt.

Ik noem het alvast een voorzichtig taartje waard, als om te beginnen die 24 weken straks alvast in de pocket zijn….

Op naar vrijdag. En nog heel veel zwangere vrijdagen.

Tot gauw!

xxx

Tess

MIJN MEISJES |CHAOS COMPLEET

9 jul

‘Mama, alles gaat vandaag mis!’, zegt Nova ‘Soms heb je van die dagen’, antwoord ik luchtig, terwijl we het schoolplein af lopen. Mijn hoofd is bij het boodschappenlijstje dat ik thuis vergat.

Ter ere van het afscheid van de juf, mochten de kindjes in de klas verkleed naar school. Al dagen hing Nova haar -helemaal zelf gekozen-  outfit klaar. Een rode jurk met witte stippen, en franjes, a la Spaanse schone. Om het geheel net wat meer sjeu te geven bedacht mevrouw het geheel nog wat af te stylen met fel roze bloemen. Op haar hoofd een zonnehoedje, en aan haar voetjes moeten per sé de (te kleine) bijpassende Spaanse muiltjes. Auw!

Als ik haar uit school haal lijkt ze meer op kreupele Tinus met coupe ‘out of bed’, maar daar heb ik het even niet over. Nova loopt stug door.Laat zich niet kennen. Ze wiebelt, wankelt en neemt kleine ferme pasjes op haar heuse hakkenschoenen. “Doe je gympen even aan’, probeer ik. Deze heb ik vanmorgen nog snel in haar tas gepropt, bij de aanblik van die lieve voetjes in de té kleine muiltjes.

“Ik weet niet waar die zijn, mam, we hebben er verstoppertje mee gespeeld” …..Zoeffff, …weg is madame. Haar haren wapperen in de wind, en aan haar loopje te zien doen haar voetjes steeds meer zeer. Met mijn handen vol schoolwerkjes, tassen, jas, en autosleutel hobbel ik  zo goed en zo kwaads achter haar aan. Jula volgt me,… nou ja,…een soort van.

In Nova haar klas lijkt een bom ontploft. Gelukkig prijkt daar een witte gymp. Dat is er vast 1. Maar waar is nr. 2??

“Ja hallooo , dat weet ik toch niet mam??!!”  ….klinkt het verontwaardigd. Ik krijg spontaan een hoestbui, en er komt een juf met water.. Dat helpt. Ergens op de gang vind ik uitiendelijk, na meerdere verwoede zoekpogingen, gelukkig  gymp nr. 2. Het zweet staat inmiddels op mijn rug.

Ok. ‘missie 2 van de middag’. Boodschappen. Appeltje eitje. Als ik het parkeerterrein oprijd vind ik met moeite een plekje met mijn petite boodschappen karretje (Volvo 240, aka the tank). Ik pak mijn tas, en op de automatische piloot graait mijn hand naar mijn portemonnee. Fuck, … waar is mijn portemonnee? ….Thuis. En blijven ademen.

Naar huis. Terug naar de winkel. Kinderen blijven even in de auto (foeiiI). Ik de winkel in voor boodschappen. Kinderen roepen uit raampje. Boodschappen in de auto. Naar huis. Kind 1 wil melk. Melk vergeten. Blijven lachen.

Kind 2 huilt want is moe en wil knuffelen met mammie.  ” Ikke heeuul gedrietigggg’ huilt ze met lange uithalen, en snottebellen die op mijn shirt belanden. Kind 1 moet plassen, maar het wc papier is op. Dus,…. kind 2 moet van schoot. “ikke nu nog meeheeer gedrietuuuug”, aldus verdrietige Jula.  Ik duik de kelder in, en graai op de tast naar de voorraad WC papier. Oeps. Deze stond bovenaan mijn boodschappen lijstje… Boodschappen: FAIL!

Soep. Soep en Quiche. Dat helpt vast. Jula lijkt weer ok . Ze is stil . Dus ik ga richting fornuis. Even een soepie en een kind kan de was doen. Net als de oven piept omdat de quiche klaar is, is Nova in paniek. “Mama, mama,!! kijk eens wat Jula doet”… Shoot!, pen op de muur en tv kast (of hoe heet zoiets).  Dat kan er ook nog wel bij. Terug naar de soep.

Als ik puffend bijkom aan tafel (al 10 hele minuten gaat alles uber smooth, de soep gaat, zo goed als, op, de quiche smaakt naar  meer..),  proest Jula haar soep uit,  inclusief veel rode spetters. OP DE MUUR. Pen op de ene muur, soep op de andere. Great!  En we blijven vooral lachen.

Ok. Bad en Bed. What else can go wrong.  Waterballet, meer water op de badkamervloer dan in bad. Lachen, gieren brullen, rennen, nog meer lachen. Ik tel tot 10. En nog een keer. En nog een keer. Streng zoals een goede opvoeder betaamt spreek ik ze toe. “Mama wil dat jullie rustig je pyama aan doen, en tandenpoetsen, en dan op bed gaan liggen om een boekje te lezen”… Leuk geprobeerd momma!!  “Tikkie , jij bent hem!”  Giechelt Jula en tikt (bokst) Nova net iets te hard in haar buik. …Dan is de maat voor mij even vol.

Het is zo’n dag… Boos worden is niet te voorkomen. Ik verhef mijn stem iets te hard, doe boos, ben boos, en vertel de meiden dat er dus geen boekjes meer gelezen worden.

Meisjes verdrietig. ‘Ik gahaaa het nooohooooit meer doen”, en “ik wihiiiil het goehoeeeed maken’ klinken twee stemmetjes uiterst verdrietig. Chaos compleet.

Ik besluit een douche te nemen, en kijk na het douchen nog even om het hoekje. Ik verwacht twee meisjes die stiekem toch boekjes lezen. Daar liggen mijn kanjers. Ze slapen. Een wereldwonder gezien de afgelopen uren. Wat een stilte. Rode wangetjes. Haartjes die plakken aan hun perzik zachte wangetjes. Jula haar hemdje zit verkeerd om,  ze heeft zichzelf aangekleed. Ik moet er van glimlachen, en voel trots, en liefde.

Nova ligt groot als ze is, klein te zijn in dat grote bed. Wat zijn ze mooi, mijn meiden. Wat zijn ze lief. Meteen krijg ik spijt van mijn boosheid. Wat zijn ze onschuldig… Ik geef ze een kus, en moet denken aan wat Nova vanmorgen zei.

“Mama, vandaag gaat alles mis”.  En ik denk aan mijn eigen antwoord. “Soms heb je van die dagen”, Soms heb je van die dagen, spreek ik mezelf toe, en ik lach. Wat hou ik toch van de chaos die mijn gezin heet.

ZWANGERSCHAP EN BEVALLING|20 WEKEN| DIKKE BILLEN EN VERDRIET

26 jun

‘Mama je billen worden ook een beetje dik’.  ‘Je bedoelt mijn buik???’, probeer ik voorzichtig….

‘Jahaa , mam, die ook , maar ook je billen.’  ‘Mijn billen??’ (Die m&m’s moeten ze verbieden, ik zweer het je)  Ik loop naar de gang en probeer halverwege de trap achterstevoren mijn derrière in de spiegel te bespieden. Kan ik het helpen dat die spiegel precies daar hangt. Off all places…

Terwijl Nova me schaapachtig aanstaart, gaat de bel. Ik flikker nog net niet van de trap. ‘Excuse my language’.

De postbode,…. die, oh ooooh, precies zicht heeft op mijn rare vertoning op de trap.

Nonchalant, alsof er niets gebeurd is, neem ik het pakketje aan. Krijtverf. Whoooop. Ik vergeet het billen tafereel, want hier word ik acuut blij van. Krijtverf is de BOM voor mama’s in spé, for real! Dit is wat mijn hormonen willen. (Krijt)Verven. Nestellen. Voorbereiden.

Nu al? Nee,… nu pas, zul je bedoelen. Deze mevrouw wil namelijk alles af. Schaapjes op het droge. En rapido, als het even kan.

Relaxed! Appt een vriendinnetje van me vandaag nog. Relaxed?? Ik? Euuhh…Het gaat mij niet gebeuren dat ik straks met 25 weken weer uitgeschakeld ben, en dat er nog niets voorbereid is. Neeee, Tessje is relaxed als straks alles in kannen en kruiken is. De kipjes met een gerust hart op stok kunnen.

Natuurlijk ga ik er niet van uit dat me hetzelfde overkomt als tijdens de zwangerschap van Jula. Maar toch. Dit keer laat ik liever zo min mogelijk aan het toeval over… Tessa en toeval gaan even niet zo goed samen. Iets met een legertje hormonen.

Flashbacks:

Stiekem komt die heftige zwangerschap van Jula natuurlijk regelmatig boven waaien. Ik zit nu immers op de helft. 20 weken. De echo was goed (vreugde). Toch ben ik vaak aan het rekenen. Over vier weken vanaf nu, begonnen de problemen. Buikpijn, verkorte baarmoedermond, en uiteindelijk opname in het WKZ met weeën remming, longrijping, nog meer weeën remming, diagnose gebroken vliezen, een abonnementje op de verloskamers met heel veel nachten sedatie (lekker spacen op de pethidine, YEAH!). Bijna de helft van mijn zwangerschap heb ik toen plat gelegen. Niets verven. Niets voorbereiden. Niets genieten.

Tja, en dat drijft dus weer even boven, nu ik in de buurt van die termijn kom. Can’t help it!

Dat gaan we nu dus even anders doen. Die voorbereidingen.  Het voorbereiden, verven en klussen kunnen ze me alvast niet meer afnemen..Daar wordt hard aan gewerkt.

Alhoewel de tijd soms voorbij kroop, lijkt het achteraf best snel gegaan, de eerste 20 weken. Volgende week alweer, sluit ik met Sijbrand mijn laatste behandeling in Gent af. Dat gaan we na afloop vieren in Antwerpen. De Utrogestan en bloedverdunners slik ik tot 34 weken sowieso door, en dat geeft ons een gerust gevoel. Gent blijft op afstand betrokken, en verdere controles vinden allemaal plaats bij de gynaecoloog in NL, om de hoek. Hoe fijn is dat?

Verdriet:

Toch werden wij zeer recent ook geconfronteerd met hoe oneerlijk het leven soms kan zijn. Met beide benen op de grond gezet. BAM. In onze naaste omgeving werd afscheid genomen van een werkelijk prachtig mannetje wat na 23 weken zwangerschap geboren werd. Dit raakt ons intens. Diepe indruk heeft dit mooie kindje op ons gemaakt. Woorden kunnen niet beschrijven wat dat met ons doet, en vooral.. hoe moedig we deze lieve ouders vinden. Onze gedachten gaan dan ook uit naar dit lieve, prachtige ventje en zijn al even prachtige ouders.

En dan ben ik, of mijn hormonen ( ach je, laat ik die maar weer de schuld geven)  me druk aan het maken over het verven van de babykamer??

Het leven lijkt soms voorbij te vliegen. Mensen leven, zonder écht te leven. Zonder te merken wat voor mooie dingen er gebeuren.

Als ik iets de afgelopen tijd geleerd heb, is het wel te genieten van de kleine dingen. Niets is vanzelfsprekend. Zwanger worden is niet vanzelfsprekend, zwanger blijven ook niet. Net als gezondheid. Ook dat is geen vanzelfsprekendheid. Liefde? Het is géén vanzelfsprekendheid.

Lieve lezers. Open je ogen, en kijk om je heen. Het klinkt cliché, maar fuck it!  Stel je open en voel. Prikkel je zintuigen en ervaar. De wind in je haren. De zon op je bol. Leven mogen geven. Een knuffel, een kus? Sta erbij stil, en wees dankbaar.

Het is namelijk niét vanzelfsprekend.

Wees dankbaar. Dankbaar om traantjes te mogen drogen, toeten te poetsen,  pleisters te plakken, boosheid te sussen, schopjes te voelen, en samen te zijn. Geniet van de kleine dingen. Ze zijn overal.

 “Enjoy the little things in life, someday you’ll look back, and realize they were the big things”.

ZWANGERSCHAP EN BEVALLING| MOSTERD EN AUGURKEN

9 jun

Crackers met kaas. En mosterd. Mijn cravings, momenteel. Het liefst de scherpste mosterd die ik kan vinden. Zo eentje waarbij per direct de tranen in je broek springen, de scherpe smaken je neus doen samen trekken. Geen ordinaire cafetaria mosterd. Neeee, die komt het huis niet in..

En dan augurken, …die eet ik niet, maar die vreet ik 😉 Van die kleine zoet – zure krengen. Bovenop,  …,no surprise, ..een cracker. Met kaas. Dat wel.

Dat de crackers nu zowaar eens binnenblijven is een klein wonder. Dat is flink anders geweest. Op een ochtend voel ik me nogal, .. hoe zal ik het zeggen, weeïg. Kotserig, is misschien een beter woord.  Ik weet niet of ik moet spugen, of juist eten.

Dat gevoel herken ik. Ik voel me beroerd. Misselijk. Zwanger!?

Een inmiddels routinematig kruitvat testje bevestigt mijn gevoel.  We zijn blij, er vloeien voorzichtig wat traantjes, maar we proberen vooral ook reëel te blijven. Voorzichtig te zijn. Onszelf te beschermen, en teleurstellingen te beperken. Zwanger worden blijkt bij de ‘Van ’t Oevers’ het probleem niet. Het blijven des te meer.

Na onze vorige miskraam hebben we samen besproken; ‘hoe nu verder’?. Na 5 miskramen, maar een prachtig gezin met twee gezonde, kanjers van meiden, voelden wij ook naar hen toe de verantwoordelijkheid tot het  maken van weloverwogen keuzes.

Wij hebben altijd een groot gezin gewild. Ikzelf wist dit al toen ik nog met de poppen speelde. Als mensen mij vroegen wat ik later wilde worden, dan was dat simpel. Moeder. Ik wilde moeder worden. Nou ik kan je vertellen.  Op dat vlak ben ik flink aan de weg aan het timmeren. Maak ik toch nog ergens carrière in.

Toch besloot de natuur een aantal keer anders. De in Nederland geboden onderzoeken bij herhaalde miskramen volgden. Waaronder een chromosoom onderzoek. Als de reden van de miskramen genetische bepaald zou zijn, dan zou dat onze keuze beïnvloeden. Er werd niets gevonden. Een opluchting, maar hoe nu verder. In NL meldden de artsen ons dat er statistisch gezien geen reden was om niét voor een derde te gaan. De kans was immers veel groter dat het wél goed ging. Met een rijtje statistieken werden we weg gestuurd. ‘Werk’ aan de winkel, aldus de gynaecoloog.

Toch bleek de praktijk bij ons keer op keer anders, en zaten we telkens bij de 20% kans, of minder waarbij het dus niet goed ging. Niets statistieken. Er volgden miskramen. Secundaire miskramen zoals ze dat noemden, er was al meerdere malen hartactie gezien en alles leek goed. Met de nadruk op ‘leek goed’.

Gewoon weer proberen durfden we niet. Dat stond voor ons vast. Weer een miskraam. Weer een mogelijke curettage en narcose, met alle impact van dien, daar voelden we ons niet goed bij.

Het UZ Gent:

Via , via hoorde en las ik over het UZ Gent. De ARG, de afdeling reproductieve geneeskunde. Daar zitten o.a. specialisten op het vlak van herhaalde miskramen. Daar is medicatie beschikbaar die in NL (nog) niet standaard is. Daar worden meerdere onderzoeken gedaan zoals zeer uitgebreid bloedonderzoek, een hysterioscopie.

Voordat we onze wens voor een derde kindje lieten varen, wilden we op gesprek in Gent. Dan konden we later (als de houdbaarheidsdatum van mijn eierstokken verstreken was) in ieder geval geen spijt krijgen dat we überhaupt niet zijn gaan praten in Gent.

Ik zocht een verzekeringmaatschappij met een contract met het UZ Gent, en we spraken hierover met mijn Gynaecoloog in Nederland.

Al snel voelden wij, heel sterk, we gaan het nog één keer proberen. De afspraak met een van de de beste artsen op dit vlak ‘professor de Sutter’ stond al geruime tijd gepland, echter de wachttijden in Gent zijn lang.

En toen bleek ik zwanger. Pats. Boem. Blij en onzeker. Kruitvat test.Nog een kruitvat test. En nog één. Weeïg.Tranen. Emoties. Mosterd. Augurken. Kotsen. Nog meer kotsen. ZWANGER!!

De afspraak in Gent werd vervroegd. Er werd naast een uitgebreid bloedonderzoek gelijk een ‘plan de campagne’ opgesteld. Het voelde als een warm bad, daar in Gent. Heel persoonlijk.

De volgende dag  lag ik aan een infuus (waarover later meer), en kreeg ik diverse medicamenten voorgeschreven. Het voelde prettig  dit keer niet alles aan het lot over te laten. Zelf iets te kunnen doen, onder begeleiding van het UZ Gent, en mijn eigen gynaecoloog in Nederland.

Alles gaat goed. Er zijn kwaaltjes. Bijwerkingen van de medicijnen, iets meer zorgen. Maar er is ondersteuning. Vanaf 6 weken hebben we bijna iedere week een echo gehad. Elke echo kregen we meer vertrouwen. Werd het echter.Voelden we het meer. Af en toe waren we onzeker (bloedverlies), of dacht ik dat het mis was. Niets bleek (tot nu toe) minder waar. Ik spuugde en spuugde. Ging aan de ORS. Maakte kennis met de Utrogestan (Sijbrand noemt ze Skut-raketten,.. ik treed liever nog even niet in detail).  Verder kreeg ik bloedverdunners voorgeschreven, en krijg ik driewekelijks immunoglobulinen (multigam) toegediend middels een infuus via professor L. Noens (ook in Gent).

De kleine maakt het goed, en dus maken wij het goed. We zijn verheugd.

Dankbaar zijn wij, weer te  mogen verwachten, liefde te mogen geven aan nieuw leven, en te dromen over zusjes die grote zus worden. Poezelige baby armpjes, gebroken nachten, borstvoedingen en poepluiers. Wij zijn er zo vreselijk klaar voor.

En….(tromgeroffel) onze allerliefste (en beste)  meisjes-papa, bewijst maar weer dat échte mannen alleen meisjes krijgen. Cause….it’s a girl, and we are so ‘freakin’ happy! 

Inmiddels ben ik alweer bijna 18 weken zwanger, en de tijd vliegt.  Mijn buik besluit dat hij gezien mag worden, en ik krijg dan ook spontane felicitaties.

Ik geniet ervan. Van de augurken. De mosterd. De hormonen. Mijn zwangere lijf (inclusief ja, ja knaltieten).

We zijn vooral bezig met het ‘nu’, day by day,….maar heel voorzichtig dromen we af en toe even weg. Richting de toekomst. 3 kleine meisjes. 3 lieve koppies. 3 staartjes, en een papa en een mama.

En ze leefden nog lang en gelukkig. Happily ever after.

18 weken*18 weken zwanger alweer. Het buikje mag gezien worden.

Met de meisjes in Gent*Onderweg naar ons vakantie adres, met een pitstop in Gent. De meisjes mogen lekker bij me knuffelen.Gent 6 weken zwangereven ‘tanken’ in Gent, we gaan er haast aan wennen 😉

PERSOONLIJK| JAN STEEN IS ER NIETS BIJ…

31 mrt

Soms grap ik ermee. Met  de beste man. Jan Steen. Laatst nog. Als de spaghetti aanbrandt (vraag me niet hoe). De stofzuiger de godganse dag onaangeroerd in de woonkamer staat. Er een beker plakkerige limonade omvalt in de duplo bak. Op dat moment de bel gaat. Kind 1 zijn knie stoot, en huilt. Met grote uithalen. Je, je spaghetti probeert te redden. Lieve Roy ondertussen met de kalender voor je neus wappert voor de volgende afspraak. Kind 1 een poepexplosie (buiten de lijntjes) heeft. Je naar boven gaat en verschoont zo goed en zo kwaad. Je naar beneden komt en onze Roy met ietwat vreemdsoortig gefabriceerde borsten van WC rollen “BOEH” roept. Het zweet je uitbreekt, maar je de slappe lach niet kan stoppen. Je de spaghetti gaat opscheppen. De paasboom ondertussen omver gelopen wordt. Je bijna struikelt over de paaseieren. Je kinderen besluiten dat het leuk is om met de inhoud van de paasboom te gaan gooien. Je kind 1 en 2 tot de orde roept. Je even uitpuft en denkt…. Diner is ready. Aanvalluh…. Er dan nog een beker om gaat…

Je uiteindelijk smult van een heerlijke, beetje aangebrande, ietwat koude ‘pasta di mama’. Met een glimlach op je gezicht. Omdat je stiekem best een beetje geniet van de chaos die Jan Steen heet.

Een beetje chaos op zijn tijd is heerlijk. Op gepaste tijden. Vroeger al maakte ik me niet druk om onverwachtse wendingen, het onbekende, onberekenbare avontuur lonkte. Voorspelbaarheid was saai. Ik laveerde natuurgetrouw even makkelijk tegen de wind in. Eitje. Al eerder schreef ik over mijn gelijkenissen met niet de minste kameleon. Ik voel me eigenlijk in veel situaties fijn, en pas gewoon mijn schutkleur aan.

Die heerlijke buigzaamheid is er nog steeds. Als je hem niet hebt krijg je hem vanzelf wel, met kinderen. Daar zorgen wat porties kots, poep, snot en de complete mikmak wel voor. Pen op de muur. Snot in je haar. Kots in je bed. Poep in je broek. Maak me gek.

Vers bevallen ontdek je als nieuwbakken moeder al dat er geen weg meer terug is. Dan lig je daar pontificaal met je kijkdoos om je hechtingen te laten beoordelen. Niets mis mee. En wordt er gerust even in je borst geknepen om je te helpen bij het aanleggen (excuse me these boobies are mine!). Welkom in de wereld van luiers, zwitsal billen, poep- plasschema’s, borstkolven en meer van die dingen.

Vanaf hier start het oneindige avontuur, in een wereld van voedingen, slaapjes (tekort) en luiers. Echt veel te plannen valt er vanaf hier niet meer. ..

Wel ben je vanaf dat moment gezegend het (in mijn ogen) mooiste (en ik denk ook moeilijkste) te doen wat er bestaat. Het begeleiden van jouw kroost, naar zelfstandige, zelfverzekerde, onafhankelijke wezens. Je mag ze laten voelen wat liefde en geluk is. Dat het om kleine dingen draait. Ze leren op respectvolle wijze om te gaan met hun medemens, maar vooral zichzelf lief te hebben. Normen en waarden. Boven alles, mag je ze leren te luisteren naar hun mooie hartjes. Hun hart te volgen. Ze de ruimte geven om te ontdekken waar hun hart ligt.

Toch is er met de komst van ons kroost ook juist wat behoefte aan structuur meegekomen. Niet verwacht. Toch gekregen. Als vanzelf. Het was er. Opeens. In de bonus. Die naarstige behoefte aan een zekere zin van regelmaat. Voor mezelf, maar eens te meer voor de kids. Op gepaste tijden eten en slapen,  bijvoorbeeld. Zo voelde ik al vrij snel de verantwoordelijk als ouder mijn kind de weg te wijzen naar een gezond slaap ritme. Weet een newborn veel. Die is gewend gewoon te drinken en te slapen wanneer het hem of haar uit komt. En wie gaat daar verandering in brengen? Wie gaat dat heerlijke hoopje mens leren dag en nacht niet om te draaien? Wie gaat dat naar zwitsal ruikende poezelige frummeltje leren overdag in de voedingsbehoefte te voorzien?  Juist ja .In het meest gunstige geval, de ouder.

Inmiddels kan ik ook echt blij worden van een pruttelende stoof op zaterdag, de geur van allesreiniger, een vers verschoond bed, en thee met een koekje uit school. Dat is best (een beetje boel) burgerlijk, ik geef toe. Ik geniet ervan. Dus what the heck. Burgerlijk is het nieuwe hip. Dus laat me lekker, zo nu en dan. Jan Steen staat vanzelf weer op de stoep en dan past deze kameleon moeiteloos haar schutkleur weer aan. Modus burgerlijk #off, modus chaos en avontuur #on. Zo makkelijk is dat…

PERSOONLIJK | BURN-OUT | “WAAROM DEEL JE DAT MET DE HELE WERELD?”

19 feb

“Dat je daarover durft te schrijven. Ik bedoel. Je deelt het met de hele wereld. Iedereen kan het lezen. Stel nou dat je toekomstige werkgever dit leest?.”

Wow, wat heb ik veel lieve reacties gehad. Bedankt! Ik vertelde in mijn laatste post openhartig over het feit dat de balans even zoek is. Mijn lichaam even “NEE” roept. Bekende dat doorrennen in zware tijden zo ongeveer in mijn systeem zit. Zo zijn wij. Het leven gaat door. In sneltreinvaart. Met razende snelheid. Nu is de vaart er een beetje uit. Ik MOET iets minder.

Sommige mensen vroegen me waarom ik dit deelde op het ‘world wide web’. Okee, die had ik natuurlijk zien aankomen. Het is toch iets persoonlijks wat je op internet zet.

Het antwoord is simpel. Waarom niet? Ik schaam me er niet voor. Dit ben ik. Aangenaam kennis te maken. Het is geen geheim. Het is iets menselijks. Daarbij is het eigenlijk ook helemaal niet zo gek na wat mijn lijf allemaal te verduren heeft gehad. Zoals iemand zo mooi reageerde op facebook. ‘Trauma komt pas na de oorlog’.

Veel mensen durven niet over dit onderwerp te praten , laat staan dit delen. Bang voor wat andere mensen denken. “Je weet nooit wie je blog allemaal leest”. Precies. Stel nou dat ik maar 1 iemand hiermee kan helpen? 1 iemand die denkt:  heee, hier heb ik wat aan! Dan is mijn doel bereikt. Dus schrijf ik erover. Gewoon omdat het kan. Omdat het mag. Omdat het mij helpt, en misschien anderen.

Nog nooit heb ik moeite gehad met het vinden van een baan (oeps, sorry). Het komende jaar is dat überhaupt ook helemaal niet aan de orde. Genoeg te doen straks voor de winkels. Eerst terug naar mezelf, het gezin. Lekker huismiepen met de dametjes, en achter het fornuis voor mijn liefde, iets met piepers en snottebellen; niets mis mee.

En mocht er ooit een potentiële toekomstige werkgever om de hoek komen kijken? Dan zal ik die open en eerlijk hierover vertellen. Want daar geloof ik in, en dat heeft tot nu toe altijd goed uitgepakt. De beste man (of vrouw) zal versteld staan van mijn energie en balans straks. Been there, done that!  Een stabiele Tessa, die haar grenzen kent. Geen operaties meer. Geen pijn meer. Geen beugel meer. Geen ortho, kaakchirurg of andere ziekenhuis afspraken…“What doesn’t kill you, makes you stronger”, daar geloof ik in.

Ervaringen delen:

Ik krijg wekelijks reacties op mijn blogs. Blogs over toen ik in het WKZ lag. Blogs over mijn kaakoperatie. Blogs over onze miskramen. En nu weer op mijn laatste blog over het thema ‘burn – out’.

Mensen die vragen hebben, hun hart willen luchten, tips willen over artsen, en ervaringen willen delen. Eén meisje blijft me bij. Ze zag het niet meer zitten. Wilde letterlijk dood door de pijn in haar tanden en kiezen. 23 was ze. In de bloei van haar leven. Ik ontving een noodkreet in mijn mailbox, en heb haar doorverwezen naar mijn arts. Ze heeft dezelfde operatie als ik ondergaan .Ze leeft nog. Ze lacht weer.

Als je het diepst van jezelf laat zien, dan vinden mensen er wat van. Logisch. Dat mag. Mensen die zich afvragen. “Moet dat nou?”, of mensen die me aanmoedigen door te gaan met schrijven. “Tess, ik vind je zo moedig, dat je dit met ons deelt. Niet alleen de leuke dingen, maar ook de verdrietige momenten in je leven.” ,…

Hoe het nu gaat?

Eigenlijk gaat het gewoon heel goed. Dat klinkt misschien gek, maar het is zo. Langzaam krijg ik weer meer energie. Soms wordt ik even teruggefloten, maar met de liefste man van de wereld aan mijn zijde gaat dit lukken. Samen zoeken we naar een balans hierin. Soms best lastig om je grenzen aan te geven bij een man die energie heeft tot aan de hemel (en daar voorbij). Waarbij enthousiasme een understatement is. Altijd overal zin in, en ruimte voor 100 dingen op 1 dag. Fantastisch, maar soms moet de rem er even op. Dan moeten we keuzes maken. Wat niet kan, kan niet. Geen tientallen bochten, en wringen, maar met tijd en aandacht de dingen doen. Liever 1 ding goed, dan 10 half. Grenzen leren kennen. Het aanvoelen van die grens is lastig, maar lukt steeds beter.

De signalen leer ik nu beter kennen. Yoga en meditatie helpt me daarbij. Ik Oooohhhmmm erop los, en het voelt goed. Mezelf dat gunnen ook.

Ik zie dit als iets positiefs. Een ommekeer. De batterij weer opladen. Even tijd nemen om te beseffen wat er allemaal gebeurd is. Er straks weer vol energie tegen aan kunnen. Ik ben niet down of depressief. Want dat beeld hebben mensen toch vaak bij burn – out. Dan moet je me eens meemaken, niet te doen, funny as hell 🙂

Ik krijg nu juist meer ruimte om te genieten, te lachen, te voelen. En dat doe ik ook. In het zonnetje op de fiets met de meiden naar school. Verstoppertje spelen in het bos, of Gin tonics wegtikken in Kopenhagen… Verwerken wat geweest is. Prioriteiten stellen. Focus op de basis, de liefde, ons mooie gezin, en iedereen die daarbij hoort.

Wat ben ik blij met alle lieve mensen om ons heen. Daar haal ik  echt energie uit. “Do not let anyone walk trough my mind with their dirty feet”. (Mahatma Ghandi). Oftewel; omring je met mensen waar je energie van krijgt. Kies voor wat je voedt, en verrijkt.

Vorige week nog scheur ik het uit als lieve Roy, me laat schrikken… Met borsten van wc-rollen onder zijn trui, en een fietshelm van Nova op zijn hoofd. BOEH roept hij, om vervolgens samen met Nova de slappe lach te krijgen. Ikzelf kom ook niet meer bij. Gewoon kleine geluksmomentjes, ze zijn er, overal. Je moet alleen wel even stilstaan om ze te zien. En ik zie ze. Meer dan ooit.

Heb ik nou echt een burn- out?

Of ik écht een heuse burnie ben, weet ik niet. Misschien zit ik er tegen aan, ben ik er op tijd bij. Misschien heb ik een waarschuwing gekregen van mijn lijf. Misschien was de onophoudende vermoeidheid, 40 graden koorts en het hele ratteplan nodig om me te laten inzien dat ik liever moet zijn voor mijn lijf. Alle gebeurtenissen in het verleden blijken een cocktail van de verkeerde dingen, op het verkeerde moment.

Voorlopig hou ik me toch maar aan mijn time-out. Tot half april niet werken, en dan de situatie opnieuw bekijken. Natuurlijk zou ik Tessa niet zijn als ik achter de schermen niet wat kleine dingen zou doen. De gehele administratie gaat op zijn kop. Het kost me uren de tijd om te dealen met de verzekering, wat een helse klus. Hierdoor wordt ik momenteel trouwens echt opgeslokt. Ik denk dat ik serieus vele uren per week overhoud als straks de laatste fase van mijn kaak traject achter de rug is.

Beware…. Ik kom er aan. Sterker dan ooit.

Strength to endure the pain..

Wisdom to think things through

Courage to face the fears

Tot snel  XOXO

strength

PERSOONLIJK| “Zo, klein, maar toch bijzonder, zo van ons, zo dichtbij..”

8 dec

‘Dit was uw zevende zwangerschap’ hoor ik de echoscopiste zeggen.’ BAM. Dat was een rake klap. ‘Eh, ja,’ stamel ik. Beduusd en stil van de confronterende woorden. Onze droom was mooi, maar is niet meer. Wederom verslagen door slecht nieuws verlaten we het ziekenhuis.

De woorden van de gynaecoloog dwalen door mijn hoofd. Chromosoom-onderzoeken, stollingsziekten, afwachten, medicatie, curettage, algehele narcose, het telefoonnummer, in geval van spoed…

Hij vraagt of we weten wat chromosomen ongeveer zijn. In Jip en Janneke taal barst de beste man een relaas los. Over cellen, en eigenschappen, en stukjes, dubbele stukjes en celdeling. Hij praat tegen me of ik niet ouder dan 5 ben. Zie ik er zo dom uit?

Ik weet even helemaal niets beste meneer. Ik weet hoe mijn tranen proeven, dat wel. Zout. Ik weet de smaak van verdriet. Ook dat weet ik. Bitter. Verder weet ik even niets. Helemaal niets hoor je. Ik weet niet eens hoe ik mijn koffie altijd drink. En die drink ik dagelijks…


We hebben even aan het geluk mogen proeven; zilt en zoet.

Toch mag het niet zo zijn.

We hebben even van het idee mogen genieten, ook al was je nog zo klein.

Zo klein, maar toch bijzonder, zo van ons, zo dichtbij.

Totdat je wereld opeens instort.

Huilen en schreeuwen, snikken en beven. Keer, op keer, op keer.

We hebben jouw hartje zien kloppen, wat was dat bijzonder.

We konden er in stilte van genieten met een glimlach van oor tot oor.

Stiekem fantaseren over jou in ons leven, ons derde wonder.

Toen kwam daar dat slechte nieuws. Geen hartslag meer.

Dan is alles koud en stil.

Huilen, schreeuwen, snikken, en beven. Keer, op keer, op keer.

We hebben even aan het geluk mogen proeven; zilt en zoet.

Je zit daar nu nog warm in mijn buik en houdt je nog stevig vast,..

toch weet ik dat ik afscheid nemen moet.

Van jou, van dromen en fantasieën, met je zusjes hand in hand.

De wereld ontdekken, de wind door jullie haren, samen op het strand.

Ga maar, lief, klein en bijzonder, het is goed.

Twee prachtige meiden, geniet ervan is wat ik steeds hoor.

Het verzacht misschien een beetje, maar de pijn, het verdriet en het  gemis worden er nu niet minder door.

Morgen als ik wakker wordt, in het ziekenhuis, ben jij niet meer bij mij.

Zo klein, maar toch zo bijzonder, zo van ons, zo dichtbij.

Mijn buik leeg en koud, maar gelukkig niets dan liefde aan mijn zij.

Toch zal ik blijven dromen, en ik houd je in gedachten nog even vast.

Daarna ga ik weer snel verder, ik sta weer op, en recht mijn rug .

Dan knuffel ik mijn liefdes, en denk ik nog vaak aan je terug.